Mediation wordt steeds vaker ingezet, ook in het strafrecht. Iedere rechtbank heeft tegenwoordig een mediation-functionaris. Als een zaak eenmaal is aangemeld bij de mediation-functionaris, gaat die op zoek naar twee mediators. De mediators voeren eerst een gesprek met de verdachte, dan met het slachtoffer, en als alle vier het idee hebben dat het zin heeft, volgt er een gezamenlijk gesprek met verdachte en slachtoffer.

Roel Pieterse van Mediationbureau Apeldoorn is rechtbankmediator. ‘Bij mediation wordt op de pauzeknop van het juridische proces gedrukt. Verdachte en slachtoffer worden eerst uitgenodigd om samen te gaan praten. Als dat lukt en er worden afspraken gemaakt, worden die overhandigd aan de officier van justitie of de rechter. Die kan de afspraken bekrachtigen, naast zich neerleggen, of een aanvullende straf opleggen. De rechter kan, naast de gemaakte afspraken, meerdere zaken in overweging nemen zoals bijvoorbeeld een eventueel strafblad.’

Van fiets geschopt

Mediation is altijd vrijwillig. Verdachte en slachtoffer kunnen eraan mee willen werken of niet. ‘Het is fijn dat we altijd met twee mediators zijn. Het helpt om het proces in de gaten te houden, en we kunnen even sparren. Heeft het nut om beide partijen bij elkaar te brengen, of hebben we het idee dat de verdachte wel zegt ervoor open te staan, maar het niet echt meent?’

Vaak is eigenlijk helemaal niet zo scherp te stellen wie de verdachte en wie het slachtoffer is. ‘Als twee jongens vechten, ligt het er aan wie het eerste bij het politiebureau is,’ zegt hij grappend. Laatst werd hij ingeschakeld door de rechtbank. Een oudere man was door een jongeman van zijn fiets geschopt. De man van in de zestig was breeduit voor de auto gaan slingeren, had tegen de bumper getrapt, op het dak geslagen. De jongeman had een peuter achterin, die overstuur was geraakt en was gaan krijsen. Dat was het moment dat er een waas voor zijn ogen kwam en was uitgestapt om de oudere man een schop te geven.

Verdediging

‘De jonge man bood gelijk zijn excuses aan. Hij was opgevoed met strenge normen en waarden en had zichzelf ook niet herkend in zijn gedrag. Maar gaandeweg bleek dat hij verwachtte dat het slachtoffer ook zijn aandeel zou nemen. Hij had een sterk rechtvaardigheidsgevoel en had het nodig dat de oudere man ook zijn fout erkende. Toen dat niet kwam, verstrakte zijn gezicht. De oudere man schoot daarop gelijk in de verdediging.’

Roel kon via de lemniscaat duiden wat de lichaamshouding van de jongeman met de oudere man deed. Die priemende harde blik, wat zat daaronder? Wat had hij nodig? De jongeman schrok, hij had niet door dat zijn uitdrukking was veranderd. Toen hij eenmaal uit kon spreken wat hij van de ander nodig had, verzachtte zijn blik. De oudere man nam toen op zijn beurt alsnog zijn verantwoordelijkheid.

‘Het mooie aan dit soort mediation-gesprekken is dat je de verbinding letterlijk weer kunt herstellen. De verdachte en het slachtoffer hebben er allebei iets aan. Het slachtoffer ziet dat de verdachte geen monster is, maar een mens. Dat helpt bij de verwerking.’

Hechting

Roel vond het in het begin nog wel eens ingewikkeld om de toepassing te zien van EFT in strafmediations. EFT is gestoeld op het principe dat er een hechtingsrelatie is tussen beide partners. Maar verdachte en slachtoffer zijn voor het bezoek aan de rechtbank vaak totale vreemden voor elkaar. Werkt het dan wel als er twee vreemden tegenover je zitten?

Daar kijkt hij inmiddels anders naar. ‘Ze zijn niet gehecht aan elkaar, maar ze hebben wel ieder hun eigen hechtingsbehoeftes. Ik heb geleerd om te kijken waar iemands hechtingsbehoefte ligt. Nu ben ik als mediator niet meer alleen een facilitator van het gesprek, maar ook een hechtingsfiguur. Via mij komen ze in contact met elkaar. Ik breng mezelf in als tool. En ik vraag me telkens af: wat zijn de hechtingsbehoeften die nu geen aandacht krijgen?’

Deel artikel

Gerelateerd nieuws